Selecteer een pagina

Over robots maar niet echt 

Aan tafel met vreemden.

Niet mijn ding.

Misschien heb jij daar geen last van, maar ik wel. Ik ben introvert van aard.

Je hebt van die restaurants waar ze je aan een lange tafel zetten met vreemden. Echt niet mijn ding.

Op een event van de boekenbeurs had ik het flaggen. Vijf vreemden aan ons tafel.

Een Nederlands koppel, een Vlaams koppel en een single lady.

En jawel alle clichés op een hoop. Het Nederlands koppel zorgde voor het gesprek.

Rob bleek een fan te zijn van robots en technologie.

En ook van oude boeken. Vooral van eerste druks. Iets oud en iets nieuw en …

Redelijk speciaal om naar een boekenbeurs te komen met alleen maar nieuwe boeken.

Hij liet ons ook weten waarom. Hij was met zijn vrouw meegekomen om zijn emotionele bankrekening te spijzen. Ik was ook op het event om Sylvianne een plezier te doen. Misschien was de motivatie van Rob en mij om op het event van Pascale Naessens en Donna Hay te zijn wel dezelfde.

Rob is duidelijk een techno optimist. Zijn premisse is dat we het nog nooit zo goed hebben gehad en dat we technologie daarvoor dankbaar moeten zijn. Alle problemen gaan opgelost worden door technologie.

Sylvianne deed een poging om een gesprek te hebben. Ze stelde vragen om meer te weten te komen.  Mij was het na een paar vragen van Sylvianne duidelijk dat Rob niet bereid was om een dialoog te hebben. Hij wou een monoloog hebben over waarom hij dacht dat technologie de oplossing is voor alles.

Hoewel ik een techno nerd ben, ben ikzelf niet meer zo zeker dat technologie alles oplost.

Technologie doesn’t care.  Technologie is niet goed of slecht.

Nucleaire technologie kan slecht of goed ingezet worden.  Onze smartphone kan ons helpen om productiever te zijn of zal helpen om meer afgeleid te worden. Een mes in de keuken kan groenten snijden of iemand kwetsen.

Ik denk dat we het meer moeten hebben van team People. Team People die technologie gebruikt om beter te worden.

Tijdens het gesprek met Rob leerde ik twee zaken over mezelf.

1. Ik wil toevoegen waar ik van vind dat het ontbreekt. Ik had ook een goed argument, vond ik. Ik heb net het boek  Civilized to Death: The Price of Progress uit. De premise we hebben nog nooit zo goed gehad als nu wordt in dit boek in vraag gesteld.

Het is net zoals met elk dieet. Elk dieet is beter. Maar beter dan wat. Diëten worden vergelijken met het slechte standaard dieet.

Waarom wil ik toevoegen wat ontbreekt? Omdat wat ontbreekt dikwijls de bottleneck is.

Ik denk dat ik goed ben in het vinden van de bottleneck. Vooral bij anderen.
Indien ik vind dat indien het geen waarde gaat toevoegen, haak ik af. Ik ben het gesprek met Rob niet aangegaan.

Dat laatste vind ik niet zo leuk van mezelf. Want waarde wordt bepaald door de andere partijen.

Ik heb een goeie uitleg achteraf voor het niet zeggen.

Technologie optimalisme

In mijn aanpak om technologie te gebruiken gebruik ik twee principes.

1. Zoveel mogelijk pull in plaats van push

Informatie die onder je neus geduwd wordt zoveel mogelijk vermijden.

Alle informatie pakt een deel van je aandacht. En dat is net een van die beperkte middelen.

2.Er zijn vier fasen bij het gebruik van technologie

Bij meer gebruik zie je je opbrengsten veranderen.

Fase 1. Geen opbrengst
Fase 2. Stijgende opbrengst
Fase 3. Verminderde opbrengst

Fase 4. Negatieve opbrengst

Het is alleen in Fase 3 en Fase 4 dat minder meer is.

Ik zoek het optimalisme niet optimisme. Ik zoek punt waarbij de opbrengst zo groot mogelijk is voor het gebruik. Opbrengst is voor jou toegevoegde waarde.

Alle Artikels